Richteren 20:23

SVEn de kinderen Israels togen op, en weenden voor het aangezicht des HEEREN tot op den avond, en vraagden den HEERE zeggende: Zal ik weder genaken ten strijde tegen de kinderen van Benjamin, mijn broeder? En de HEERE zeide: Trekt tegen hem op.
WLCוַיַּעֲל֣וּ בְנֵֽי־יִשְׂרָאֵ֗ל וַיִּבְכּ֣וּ לִפְנֵֽי־יְהוָה֮ עַד־הָעֶרֶב֒ וַיִּשְׁאֲל֤וּ בַֽיהוָה֙ לֵאמֹ֔ר הַאֹוסִ֗יף לָגֶ֙שֶׁת֙ לַמִּלְחָמָ֔ה עִם־בְּנֵ֥י בִנְיָמִ֖ן אָחִ֑י וַיֹּ֥אמֶר יְהוָ֖ה עֲל֥וּ אֵלָֽיו׃ פ
Trans.wayya‘ălû ḇənê-yiśərā’ēl wayyiḇəkû lifənê-JHWH ‘aḏ-hā‘ereḇ wayyišə’ălû ḇaJHWH lē’mōr ha’wōsîf lāḡešeṯ lammiləḥāmâ ‘im-bənê ḇinəyāmin ’āḥî wayyō’mer JHWH ‘ălû ’ēlāyw:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Avond

Aantekeningen

En de kinderen Israels togen op, en weenden voor het aangezicht des HEEREN tot op den avond, en vraagden den HEERE zeggende: Zal ik weder genaken ten strijde tegen de kinderen van Benjamin, mijn broeder? En de HEERE zeide: Trekt tegen hem op.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יַּעֲל֣וּ

togen op

בְנֵֽי־

En de kinderen

יִשְׂרָאֵ֗ל

Israëls

וַ

-

יִּבְכּ֣וּ

en weenden

לִ

-

פְנֵֽי־

voor het aangezicht

יְהוָה֮

des HEEREN

עַד־

tot

הָ

-

עֶרֶב֒

op den avond

וַ

-

יִּשְׁאֲל֤וּ

en vraagden

בַֽ

-

יהוָה֙

den HEERE

לֵ

-

אמֹ֔ר

zeggende

הַ

-

אוֹסִ֗יף

Zal ik weder

לָ

-

גֶ֙שֶׁת֙

genaken

לַ

-

מִּלְחָמָ֔ה

ten strijde

עִם־

tegen

בְּנֵ֥י

de kinderen

בִנְיָמִ֖ן

van Benjamin

אָחִ֑י

mijn broeder

וַ

-

יֹּ֥אמֶר

zeide

יְהוָ֖ה

En de HEERE

עֲל֥וּ

Trekt

אֵלָֽיו

-


En de kinderen Israels togen op, en weenden voor het aangezicht des HEEREN tot op den avond, en vraagden den HEERE zeggende: Zal ik weder genaken ten strijde tegen de kinderen van Benjamin, mijn broeder? En de HEERE zeide: Trekt tegen hem op.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!